SV | Doch de HEERE was hun genadig, en ontfermde Zich hunner, en wendde Zich tot hen, om Zijns verbonds wil met Abraham, Izak en Jakob; en Hij wilde hen niet verderven, en heeft hen niet verworpen van Zijn aangezicht, tot nu toe. |
WLC | וַיָּחָן֩ יְהוָ֨ה אֹתָ֤ם וַֽיְרַחֲמֵם֙ וַיִּ֣פֶן אֲלֵיהֶ֔ם לְמַ֣עַן בְּרִיתֹ֔ו אֶת־אַבְרָהָ֖ם יִצְחָ֣ק וְיַֽעֲקֹ֑ב וְלֹ֤א אָבָה֙ הַשְׁחִיתָ֔ם וְלֹֽא־הִשְׁלִיכָ֥ם מֵֽעַל־פָּנָ֖יו עַד־עָֽתָּה׃ |
Trans. | wayyāḥān JHWH ’ōṯām wayəraḥămēm wayyifen ’ălêhem ləma‘an bərîṯwō ’eṯ-’aḇərâām yiṣəḥāq wəya‘ăqōḇ wəlō’ ’āḇâ hašəḥîṯām wəlō’-hišəlîḵām mē‘al-pānāyw ‘aḏ-‘ātâ: |
Doch de HEERE was hun genadig, en ontfermde Zich hunner, en wendde Zich tot hen, om Zijns verbonds wil met Abraham, Izak en Jakob; en Hij wilde hen niet verderven, en heeft hen niet verworpen van Zijn aangezicht, tot nu toe.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Doch de HEERE was hun genadig, en ontfermde Zich hunner, en wendde Zich tot hen, om Zijns verbonds wil met Abraham, Izak en Jakob; en Hij wilde hen niet verderven, en heeft hen niet verworpen van Zijn aangezicht, tot nu toe.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!